Vrijdag 23-4-2021

Vanochtend met hardlopen mijn paniek uitgedaagd.
Ik bedacht – ik weet niet of ik het bedacht nog bij mijn ouders of tijdens het inlopen – om muziek aan te doen tijdens het hardlopen. Niet met oortjes, maar gewoon. Het is iets wat ik zelf in het verleden als ‘asociaal’ zou kunnen hebben bestempeld. Het was in ieder geval iets waarvan ik me kon bedenken dat anderen zich eraan zouden kunnen storen (volgens de redenatie: als ik het kan, kan een ander het ook). 

Het was bijzonder hoe mijn gedachten zich ontwikkelden. Eerst was er het ‘dit moet gelijk nu’-denken, toen ik tijdens het inlopen bedacht óók daar al muziek bij te kunnen doen, idem dito tijdens het dynamisch strekken. En toen ik aan het einde van mijn stretches een vrouw met hond zag naderen, voelde ik de opgelatenheid groeien. Het dreef me er ook uiteindelijk toe om eerst even naar de prullenbak te lopen om mijn zakdoekje weg te gooien en pas aldaar muziek aan te doen, niet dat het zoveel in afstand uitmaakte. Ook was het grappig om te zien dat de vrouw helemaal niet zo snel naderde als ik in eerste instantie had verwacht. Het werd me duidelijk dat zij met haar telefoon bezig was. Het werd me duidelijk dat zij in haar eigen wereldje zat. En zo wordt me nu duidelijk dat ik dat natuurlijk in zekere zin ook was. Nou ja, tot op zekere hoogte dan. 

Dus daar was het. Ik zette, al zij het ietwat gehaast: mijn muziek op, strava aan en de interval timer. 

Het eerste obstakel was een ouder stel dat bezig was met hun auto, nog geen 50 meter vanaf mijn beginpunt. Ze leken me niet op te merken. Toen passeerde ik mijn oude school; ik was overgestoken en zag iemand in de verte naderen. Pas in de bocht realiseerde ik me dat ik paniek voelde. Mijn leven lang had ik niet té veel willen zijn. Ik wilde niet langer opvallen. Door de aarde opgeslokt worden, alsof het een zwart gat betrof, dáár verlangde ik naar. 

Daarna voelde ik mezelf lichter worden. Het was de eerste keer in tijden dat ik zolang aan één stuk zou gaan hardlopen (10 minuten!). Daarna passeerde ik nog steeds mensen, of mensen passeerden mij. En toen gebeurde het. In het mezelf niet langer klein maken, hoe graag ik dat ook in het begin nog had gewild, werd ik niet groots maar iemand van “normale” grootte. Ik werd mezelf. Het hardlopen voelde lekker; ik had een lekker tempo, goede techniek en het kostte me weinig moeite. Terwijl ik het zilvermeer in mijn rechterooghoek nog kon zien, bemerkte ik dat ik het warm had. Dus deed ik mijn handschoenen uit. Een man, die ik natuurlijk al had zien aankomen, maakte toen een opmerking: “Warm hè?!” of iets in die trant. Waarop ik antwoordde: “Zeg dat wel!”. 

Wat een fijn moment. 
Wat een bevrijding. 

Surprise 2013

Met speciale dank aan Kasatari.

Apen die mensen na-apen

Laten we bij het begin beginnen. De oerknal was er en toen ontstond er – na heel lang wachten – uit het niets iets; dat kan dus! Het begon klein, met een ‘amoebe’. Dat klinkt bijna als een soort bes – ,,de amoebes kunt u het best met vanillevla serveren” – maar is “gewoon” een ééncellig organisme. Dit is heel weinig in vergelijking met alleen al de miljarden cellen in je eigen lijf. Na de amoebe kwamen er plantjes gevolgd door dinosaurussen, apen en toen was er na eeuwen van evolutie zelfs de mens. 

De term ‘evolutie’ ken je misschien wel van het programma Pokémon. Wanneer de pokémons evolueren houdt dat in dat ze veranderen en meer kunnen dan daarvoor. 

De mensen van toen waren heel anders dan de mensen van nu. Zo konden ze nog niet met elkaar praten, want ‘taal’ was nog niet bedacht. Er was dus nog geen Duits, Frans, Engels, enzovoort. Wél maakten ze mooie tekeningen in grotten van de dingen die ze zagen en hadden meegemaakt. Maar letters zoals je die nu leest, waren er toen nog niet.

Op een gegeven moment zijn een paar slimbo’s met grote rugzakken op zoek naar taal gegaan. Ze vonden taal, namen die mee en verspreidde deze over de hele wereld. Sindsdien zijn ze niet meer opgehouden met praten, en wij ook niet. Aan hen heb je nu te danken dat je lekker kan roddelen en super hard mee kan zingen met die nieuwe ‘hits voor kids’-cd.

Onderhand weten onderzoekers dat het niet toevallig is dat wij zijn gaan praten, maar dat wij mensen over een zogenaamd ‘taalvermogen’ beschikken. Wanneer wij niet over dit ‘taalvermogen’ hadden beschikt, was het voor ons als mensen niet mogelijk geweest via taal met elkaar te communiceren. Waarom? Omdat we dan niet over de capaciteit zouden beschikken om taal te kunnen leren dan wel aanleren. Dan zouden alle kinderen ook niet naar school hoeven. Maar dat is gelukkig niet zo!

Als we nu eens naar apen kijken. Apen onderling verstaan elkaar wel, maar die dierentaal snappen wij niet. Toen kwamen de dierentuin verzorgers erachter dat hun apen dat wél kunnen; taal leren. Dus gingen er weer onderzoekers aan de slag om bewijs te leveren, want volwassenen geloven elkaar nou eenmaal niet zo snel. Ze hebben er heel veel artikelen over moeten schrijven. Andere mensen hebben deze vervolgens gelezen en namen het aan voor waar.

De bonobo (Pan paniscus) – dat woord lijkt een beetje op het woord bonbons, maar is gewoon een apensoort – kreeg allemaal testjes om te kijken of het ook woordjes kon leren. Net als kleine kindjes woordjes leren als ‘bal’, ‘miep’ en ‘muis’, bleek dat deze aapsoort dat net zo goed kan als jonge kinderen.

Een wereld waarin iedereen met alles zou kunnen praten is natuurlijk een stuk gezelliger. We zouden onderzoekers moeten vragen om daar eens wat meer tijd aan te besteden en wat minder aan het maken van super de luxe overbodige mobiele telefoons. Misschien dat je dan voortaan je verhalen zou kunnen vertellen aan de poes, en andersom. 

“Mauw!”

Oorspronkelijke publicatiedatum: 30-09-2008 Rubriek: Natuuuuuuuuurlijk!!! Trefwoorden: apen, taal leren

Mijn zusje en de extra’s

Ik heb een zusje. Zoiets, daar kies je niet voor. Op een dag word je wakker, heb je een broertje! Of nou ja, dat broertje deed wat moeilijk. Wekenlang zat ik opgescheept met een paar ‘oude mensen’. Of dit mijn reputatie geschaad of gebaad heeft is tot op de dag van vandaag nog niet aangetoond. Hoe dan ook… Ik was ineens niet meer enigst kind. Maar 3 jaar later deden mijn ouders er nog een schepje bovenop! Nóg een kind! Ditmaal van Venus. Een zusje. Sindsdien, ik was toen 6, heb ik een zusje.

De consequenties hadden we met z’n allen als gezin niet voorzien. Dat zo’n klein mormeltje zoveel impact zou hebben. Het gekrijs, de aandacht die allemaal naar haar toe ging, de ruzie’s. En aan het einde van de dag ben je toch een échte familie. Maar of je daar nu zo blij mee moet zijn…

Nu zij volwassen is (21), ikzelf getrouwd ben en mijn broertje fiscaal econoom is, zijn er andere spelregels. Spelletjesmiddagen, familieweekenden en wekenlang hopen op een uitnodiging voor haar housewarming. Of gaat ze ons daar niet voor uitnodigen?

Tot overmaat van ramp wil het zusje altijd heel veel. “Mag het iets meer zijn?”, zal ze waarschijnlijk zeggen tegen de slager wanneer hij 500 gram gehakt (wat ze ook vroeg) voor haar neus zet. Nét het zakje dicht, klaar om af te rekenen… Nee, Jonneke heeft andere plannen. Dat zijn de dagen dat ik blij ben dat ik geen slager ben geworden. Vanwege mensen als mijn zusje.

Extra’s
Zij was lange tijd fan van de Titanic. En mijn vrouw, destijds nog vriendin, heeft een deluxe uitgave van deze film op dvd. Nou… dat wilde Jonneke wel zien. Alhoewel.. Inmiddels is er alweer een jaar verstreken en heeft zij de dvd nog stééds in haar bezit. “Ik moet de extra’s nog zien!”, vertelt ze ons als wij er naar vragen. Bij een film als deze loopt dat gauw op tot 24 uur kijkplezier. Dat is 8x(!!) de film zelf.
Ik heb Marjolein al geprobeerd te troosten, maar beiden weten we dat de zaak hopeloos verloren is. Dat is… tot de housewarming dan. MUHAHAHAHA (=evil laugh)

Jonneke roetsjt door enkele emoties

Psst, stiekeme toevoeging: tekst van Jonneke Paping zelluf. Je weeeet toch!

Kasper Paping

Oorspronkelijke publicatie: 2 november 2010
https://kasperpaping.nl/mijn-zusje-en-de-extras/

Een weekje wandelen in… Ierland

2015-08-06 12.44.47

 

Dag 1: Amsterdam – Dublin – Bunclody (ca. 1260 km)

2015-07-31 12.08.59-2

Blije eikels

Vol goede moed beginnen dochter en vader aan de wandelvakantie. Ook al stonden er voor deze eerste dag vele kilometers op het programma, het gelopen deel vond grotendeels plaats in luchthaven Schiphol.

 

 

 

 

Dag 2: Bunclody – Shillelagh (ca. 23 km)

2015-08-01 13.34.17

Bert verdiende in de bergen nog een zakcentje bij als model

Eenmaal écht van start bleek ontspanning niet bij deze vakantie inbegrepen. De vliegenplaag die ons letterlijk achtervolgde was misschien al onprettig te noemen, maar toen we na een uur lopen terugkwamen op ons beginpunt zonk ons de moed alweer in de schoenen. Zoals je je kunt voorstellen, maakte dat het alleen maar zwaarder.

 

 

 

Dag 3: Shillelagh – Moyne (ca. 18 km)

Irish breakfast

Full Irish Breakfast

Mij lukte het om al de 7 dagen het “Full Irish Breakfast” te vermijden. Mij wel, maar Bert had een heel ander doel. Bert zijn doel is ook behaald. Na luttele kilometers kwamen we erachter dat de afstand van de dag daarvoor ons (lees: mij) niet in de koude kleren was gaan zitten. Enorm pijnlijke, misschien zelfs ontstoken, scheenbenen bleken wel inbegrepen bij mijn reis. Flexibel als wij zijn lieten wij ons op 15 km van onze bestemming oppikken door de B&B-houder. Tijd voor ontspanning!

 

Dag 4: Moyne – Glenmalure (ca. 21 km)

Groepsfoto

Groepsfoto

Op de derde loopdag werden we bijgestaan door Konijn. Het tij leek zich te keren, waar we de dagen daarvoor nog de neiging hadden ons tegen elkaar te keren. De beruchte val van Bert tijdens een glibberige daling is weliswaar niet vastgelegd, maar de wandelwond die hij er aan overhield wel (red: JP).

 

 

 

 

 

 

 

Dag 5: Glenmalure – Laragh (ca. 18 km)

Bert en Louis van Gaal

Bert en Louis van Gaal

Waarom zou je je eigenlijk aan het uitgestippelde programma houden? Precies! Nergens voor nodig. Dus wij kozen ervoor deze dag rond een meer te wandelen. Al met al tikte we alsnog bijna de 10 km aan, maar dit keer was het overwegend vlak. En in verband met een boekingsfout moesten we die nacht in een hotel slapen. Verschrikkelijk uiteraard. Ze hadden zelfs een bad! Bert was blijer dat hij nu eindelijk op de foto met Louis kon. Ieder z’n ding.

 

Dag 6: Laragh – Roundwood (ca. 11 km)

Judgement Day

Judgement day

Ons was beloofd, door de weermannen, dat het vrijwel de gehele week zou regenen. Nou, mooi niet dus! Slechts één van de 7 dagen dat we daar waren, klopte de voorspelling. Wij waren blij, anders hadden we nog de regenkleding voor niks meegenomen. Halverwege ons pad kwamen we 2 paar verlaten schoenen tegen. Tja natte schoenen lopen natuurlijk ook niet lekker.

 

 

 

 

 

 

Dag 7: Roundwood – Glencree/Enniskerry (ca. 18 km)

Bert 'on top of' Ierland

Bert ‘on top of’ Ierland

De laatste wandeldag vulden we met steenzitten, maakten we selfies op eenzame hoogtes en werden uitzichten op de gevoelige plaat vastleggen. Zie hierboven de mooie panoramafoto van Bert. Is het geen plaatje?

 

Dag 8: Glencree/Enniskerry – Dublin – Amsterdam (ca. 1160 km)

Eindelijk weer naar huis toe

Eindelijk weer naar huis toe

Zonder moed, maar met al onze bagage, keerden we terug op huis aan. Inmiddels waren we de vakantie meer dan zat. Eenmaal aangekomen op Schiphol besloten we ‘alcohol’ in te schakelen, zodat ons afscheid verzacht zou worden. Alcohol heeft wederom goed werk verricht.

Tot zover.

 

 

Over de werkelijk gelopen afstand kan niet tot nauwelijks worden gecorrespondeerd.

Ter ere van Kasatari

IMG_0054Hoe vaak zeg je dat je iets wil gaan doen, om dat idee vervolgens ergens in je achterhoofd stof te laten vangen. Ik speel al langer met de gedachte om een blog te beginnen, maar geef toe dat ik nu flink heb moeten stofzuigen om dat idee tot werkelijkheid te kunnen maken. En zoals bij elk voornemen had ik veel excuusjes, waarvan er genoeg waar leken. Alleen gaat het daar wel om? Mag je pas smoesjes hebben, wanneer deze waar zijn? Noem het zoals je wilt, maar ik denk dat het bij mij nu om timing draait. Luisteren naar mijn gevoel. En een hele leuke lieve reden om dit idee leven in te blazen.

32 jaar geleden blies mijn moeder mijn grote broer het leven in, al zal zij dit zelf vast anders verwoorden. Hij kwam, hij was, hij bleef. Een grote broer is ook ‘gewoon’ een mens, maar de relatie die ik heb met mijn grote broer is onnavolgbaar. Beide werden we elk jaar ouder, maar bleef het verschil tussen ons 6 jaar (hoewel daar ongeveer 1 maand per jaar discussie over kon bestaan). We zaten onze gehele kindertijd telkens in andere fases. Wél maakten we deel uit van hetzelfde gezin, waardoor we verschillende dingen deelden: onze maaltijden, een huis, de zomervakanties naar het buitenland. Het was vanzelfsprekend.

Nu, 16 juni 2015, zijn hij en ik allebei volwassen. Hij is getrouwd en vader, ik ben single en kinderloos – zover ik weet. Toch durf ik wel te beweren dat we ons nu eindelijk in dezelfde levensfase bevinden. Hoe verschillend we ook zijn, gelijkenissen zijn er genoeg. Ik stel hem niet voor niks voor als mijn evenbeeld.  Zo hebben we allebei geen baan, dragen we beiden een bril, delen we een gevoel voor humor, houden we van JP (Jurassic Park, ik snap de verwarring) en komen we voor elkaar door. En ook al vind ik het niet perse nodig om iemand te vieren op de dag dat deze persoon ooit geboren werd – er zijn immers nog ±364 dagen in het jaar om elkaar te vieren – maak ik graag een uitzondering om heel ‘cheesy’ te vieren dat mijn grote broer Kasper bestaat.